woensdag 25 maart 2015

Discussie over P-wet komt niet van de grond

Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (die meestal een uitkering ontvangen) kunnen/moeten door de gemeenten aan het werk geholpen worden. Dat is geregeld in de participatiewet. Gisteravond werd in de raadscommissie Inwoners gesproken over de nadere invulling van de regels die daarvoor gaan gelden. Dat werd voor mij een frustrerende vertoning. De vier andere politieke partijen kwamen niet verder dan vragen als “hoe zit dat” en “hoe werkt dat”. Vragen die vooraf schriftelijk aan de ambtenaar gesteld hadden moeten worden. Politieke uitspraken werden niet gedaan en enige visie was nergens te bespeuren. Het gaat verdorie niet over stoeptegels of het uitlenen van dranghekken! Het gaat over mensen. Over mensen die moeite hebben met meedoen. Over mensen die het financieel niet breed hebben. Over mensen die kwetsbaar zijn en die aan de zijlijn staan.
Natuurlijk doen de mensen van loket Altena hun uiterste best om deze mensen zo goed mogelijk in hun kracht te zetten (om maar eens de hippe term van tegenwoordig te gebruiken). Feit blijft echter dat het budget voor de uitvoering van de participatiewet, voor re-integratie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zeer beperkt is. Niet iedereen kan dus in die mate ondersteund worden, als het meest wenselijk zou zijn. Als het geld voor beschut werken op is of de pot voor individuele loonkostensubsidie leeg, dan rest niets anders dan een werkstage met behoud van uitkering. Na een half jaar is die stage echter ook weer klaar. En dan?
Progressief Altena vindt onverminderd dat er geld bij moet voor uitvoering van de participatiewet. Dit zou prioriteit moeten krijgen boven het aanleggen van kunstgrasvelden. Daarnaast wil PA permanent de vinger aan de pols houden voor wat betreft de consequenties van het beperkte budget voor ondersteuning van mensen zonder werk, die al dan niet arbeidsgehandicapt zijn. Hopelijk doet dit bij anderen op termijn de schellen van de ogen vallen. Kritisch was PA op het idee om te gaan sporten met mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De inzet (dus de kosten) die hierop gedaan wordt door de combinatiefunctionarissen moet wel in verhouding staan tot het aantal sportende deelnemers. Tot slot blijven we zeer kritisch op de mogelijke dwang bij het leveren van een tegenprestatie in de vorm van vrijwilligerswerk en bij het gebrek aan ondersteuning van organisaties waar deze mensen aan de slag gaan.
Op o.a. deze punten had ik heel graag de discussie aangegaan met mijn collega’s van Lb, CDA, SGP en CU. Iedereen gaf echter “niet thuis”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten