dinsdag 23 mei 2017

Ondermijning

Met “De achterkant van Nederland” werd ik pakweg 30 jaar teruggeworpen in de tijd. Als vormingswerker was ik betrokken bij jongeren van het kamp in Zwolle en later als jongerenwerker in Laakkwartier-Noord (Den Haag) bij jongeren die het met de wet niet zo nauw namen. Keurig gereformeerd opgevoed en opgegroeid in een dorp voelde ik me permanent onveilig en op mijn hoede. Het boek van Pieter Tops en Jan Tromp over ondermijning haalde veel herinneringen boven aan een wereld waarin ik niet thuis hoorde, een wereld die me angst aanjoeg. En dat is niet anders geworden.
De hoogleraar en de journalist beschrijven hoe onder- en bovenwereld verstrengeld raken. Hoe met hennepteelt (heeeeel) groot geld verdiend wordt. Hoe daarvoor door stromannen zowel kleine als luxe locaties geregeld worden. Hoe het verdiende geld witgewassen wordt. Hoe mensen ingepakt worden. Hoe mensen bedreigd worden. Hoe de criminele wereld greep probeert te krijgen (en krijgt) op de politiek. Hoe er lekken zitten bij politie, justitie, psychiaters, ambtenaren, e.a. Hoe groot misbruik gemaakt wordt van PGB’s. Hoe met fake namen uitkeringen en belastingtoeslagen vergaard worden. Enzovoort. Enzovoort. Een wereld om absoluut niet blij van te worden. Een wereld die blijkbaar in met name Limburg en Noord-Brabant sterk ontwikkeld is. Een wereld waar politie, justitie, gemeente, woningcorporaties en vele anderen de handen ineen moeten slaan wil een aanpak effect sorteren. Maar ook ikzelf, als raadslid, zal alert moeten zijn op de verstrengeling van onder- en bovenwereld, op ondermijning. Volgens het boek is het veel groter en veel dichterbij dat iedereen denkt. Toch hoop ik (tegen beter weten in dus) dat het ver van mij blijft, want net als pakweg 30 jaar geleden voel ik me er zeer ongemakkelijk bij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten