De tweede ronde van de ombuigingsdiscussie in Werkendam is achter de rug. Daarin een schets van hoe we er (financieel) voor staan al dan niet in vergelijking met anderen. Enkele bevindingen:
# We hebben een relatief jonge bevolking
# De lokale lasten zijn aan de hoge kant
# Onze weerstandscapaciteit is in verhouding tot het risicoprofiel zeer groot
# Onze schuldpositie is gunstig; we hebben weinig geleend
# Om uitgaven te kunnen doen kun je lenen of sparen. Wij sparen.
# De voorzieningenpot voor onderhoud is groot in vergelijking met anderen
# We hebben relatief veel rente naar de grondexploitatie geschreven (maar wat dáár mee bedoeld wordt, snap ik nog steeds niet)
# Volgens de begroting van 2011 hebben we in 2010 een totale reserve van 28,5 miljoen. Deze loopt terug tot 18,1 miljoen in 2014.
# We geven procentueel aanzienlijk minder (scheelt 1/3) uit aan sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening dan andere gemeenten
# We geven procentueel aanzienlijk meer (scheelt 1/3) uit aan ruimtelijke ordening en volkshuisvesting dan andere gemeenten
# De netto lasten per inwoners voor verkeer, vervoer en waterstaat bedragen in Werkendam 236 euro. Bij omliggende gemeenten circuleert dat tussen de 108 en 149 euro per inwoner.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten