dinsdag 25 april 2017

Waarom minder WMO maatwerk?

Onlangs kreeg ik een zogeheten monitor Sociaal Domein onder ogen. Hierin werden door de VNG gegevens van gemeenten van gelijke omvang met elkaar vergeleken. Daarin zaten voor Werkendam twee opmerkelijke dingen. De eerste betreft het aantal re-integratievoorzieningen in 2015 en de eerste helft van 2016. De gemeente Werkendam blijkt dan nog niet half zoveel integratie-voorzieningen in te zetten als andere gemeenten met 25 tot 50 duizend inwoners. Een deel van de verklaring lijkt te zitten in het kleinere aantal personen met een bijstandsuitkering dat onze gemeente telt (een kleine 40% minder), maar helemaal dekkend is deze verklaring niet. Opmerkelijker vond ik de cijfers mbt het aantal mensen dat gebruik maakt van de WMO. In het eerste half jaar van 2016 bleken we 38% minder cliĆ«nten met een maatwerkvoorziening te hebben dan andere gemeenten met 25 tot 50 duizend inwoners. Uiteraard heb ik gevraagd naar een verklaring. Deze bleek niet echt te geven, maar men vermoedde dat het te maken had met het feit dat Werkendam een plattelandsgemeente is en dat ‘bewezen’ is dat stedelijk gebied veel meer mensen heeft met een maatwerkvoorziening. Omdat de verschillen zo groot zijn blijft dit zeer onbevredigend en de vraag naar het waarom van het verschil blijft dan ook knagen. Wellicht kan de rekenkamercommissie uitkomst bieden? Zij gaan onderzoek doen naar de “toegang tot de maatschappelijke ondersteuning”? Wat mij betreft gaat dat zich toespitsen op een antwoord op de vraag: “Welke rol speelt de toegang tot de maatschappelijke ondersteuning is het relatief kleine aantal maatwerkvoorzieningen dat toegekend wordt?”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten