Regenboogvlag

Op 11 oktober is het Nationale Coming-Outdag. Deze dag, die landelijk ondersteund wordt door het kabinet, draait om de sociale acceptatie van de gehele LHBTI- gemeenschap in Nederland. LHBTI staat voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en mensen met een intersekse-conditie. De Nationale Coming-Outdag wordt o.a. zichtbaar gemaakt door provincies en gemeenten die de regenboogvlag uithangen op 11 oktober. In 2015 deden als meer dan 80 gemeenten hieraan mee. Met brief B69 van Mister Gay Netherlands worden raad en college opgeroepen ook in Werkendam hieraan mee te doen. In de lijst ingekomen stukken wordt voorgesteld dit schrijven over te laten aan het college.

Met bovenstaande als inleiding heb ik, namens Progressief Altena, tijdens hat vragenhalfuurtje in de raad gisteravond het volgende gevraagd: “Is het college van B&W voornemens om op 11 oktober bij het gemeentehuis van Werkendam de regenboogvlag te laten wapperen en zo de sociale acceptatie van de LHBTI-gemeenschap te ondersteunen?”

Het antwoord was dat er niet voor doelgroepen gevlagd werd. Daarop meldde CDA’er Gerard Paans, dat hij het eens was met het college:. “We steken immers ook de vlag niet uit op veteranendag en  op juffendag.”  Erg lastig dat je tijdens een vragenhalfuurtje niet in discussie mag gaan, maar ik kon gelukkig nog wel opmerken dat bij de door Paans genoemde groepen ‘sociale acceptatie’ niet aan de orde was.

“Vlaggen voor doelgroepen”, nou ja zeg, daar gaat het toch niet om. Je vlagt (of niet) omdat je steun wilt betuigen aan de sociale acceptatie van een groep mensen die er op veel plaatsen niet echt bijhoren.