donderdag 3 oktober 2013

Zeggenschap bij de decentralisaties

Veel om over na te denken als het gaat over de decentralisaties jeugd, zorg en werk. En nu niet meer alleen inhoudelijk, maar ook over de wijze waarop je dit samen met andere gemeenten organiseert en hoe je als (afzonderlijke) gemeenteraden je zeggenschap regelt. Ieder van die decentralisaties wordt namelijk uitgevoerd samen met minstens vijf andere gemeenten. Hoe gaat in die samenwerking de stemverhouding geregeld worden? Kun je er zonder al te grote ellende ook uitstappen? Hoe komt het grote inhoudelijke geheel tot stand; op basis van “meeste stemmen gelden” of komen er keuzeopties per gemeente of …….. Hoeveel ruimte krijg je per gemeente om van het grote geheel af te wijken? Welke delen van de decentralisaties doen we echt samen met anderen en welke delen vullen we lokaal in?
Tot nog toe heb ik me vooral op de inhoud van de decentralisaties gericht, maar dit verdient zeker ook de nodige aandacht. Al is het alleen maar om te voorkomen dat je als raadslid monddood gemaakt wordt door zinnetjes als: “de andere gemeente(n) hebben het stuk in hun raad inmiddels al goedgekeurd.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten