donderdag 27 juni 2013

Vragen kost geld

Bij de jaarrekening, kadernota en ook bij de begroting is het gebruikelijk dat er vooraf aan de politieke behandeling de gelegenheid is tot het schriftelijk stellen van technische en verduidelijkende vragen. De ene fractie maakt daar royaal gebruik van, de andere fractie marginaal. Tot de laatste behoort sinds kort het CDA. Zij hebben blijkbaar zoveel kennis en inzicht dat aanvullende vragen niet meer nodig zijn (of hebben ze niet alles gelezen?..?..). Allemaal prima, maar hun gebrek aan vragen gaat gepaard met een ergernis aan de vragen van andere fracties. Vragen beantwoorden kost namelijk tijd en dus geld en het CDA wil nu weten hoeveel geld dat precies is.
Dit klonk mij afgelopen raadsvergadering in de oren als een soort van aanklacht richting de vragenstellende fracties. Voor het CDA zijn fracties die veel vragen stellen blijkbaar of geldverspillers of te dom om in de raad te zitten.
In mijn ogen is het stellen van vragen een wezenlijk onderdeel van de democratie. “Akkoord” roepen op onderwerpen die je niet voldoende begrepen hebt, is geen goede zaak en geeft teveel ‘macht’ aan degene die het onderwerp ‘mistig’ presenteert. In de PvdA-fractie wordt iedere te stellen vraag afgewogen: is het echt nodig hierop het antwoord te hebben, is het een onderwerp wat op basis van de beantwoording nog een vervolg moet krijgen, kunnen we het antwoord ergens zelf vinden, enz, enz. En het idee dat vragen over de jaarstukken e.a. weleens “voor de bühne”  zouden kunnen zijn, is een grote misvatting. Bij mijn weten heeft noch de pers noch enige burger er ooit aandacht aan besteed.
Anders is dat met vragen die gesteld worden conform artikel 35 (de zogeheten schriftelijke vragen aan het college los van jaarrekening e.d.). Daar speelt de bühne wel degelijk een rol. Die vragen zijn vaak een mooie manier om jouw partij op de kaart te zetten omdat de pers er doorgaans werk van maakt. Maar ook bij artikel 35 vragen begint (en eindigt) het bij de inhoud, bij een kwestie waar je meer van wilt weten, een zaak waar je politiek wat mee wilt. En zo moet het ook naar mijn idee, want als het “alleen voor de bühne” wordt, is het op kosten van de gemeenschap wel duur reclame maken. Al kan ik me de 3.500 euro per serie vragen die dit volgens de SGP zou kosten nu ook weer niet voorstellen. Weet je wel hoeveel ambtelijke uren dat zijn? Zó traag zijn ambtenaren nu ook weer niet (geintje!).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten